Onderwijsvormen

Geschiedenis
Geschiedenisstudent op campus

Werkvormen

In het eerste haar volg je elke week 2 uur hoorcollege en neem je gedurende 9 uur actief deel aan de werkgroepen. Uiteraard ben je ook welkom op het wekelijkse spreekuur van je docent. Daarnaast zal je elke week ook nog 33 uur nodig hebben voor het lezen en analyseren van teksten, het schrijven van papers en het voorbereiden van presentaties.

Het eerste jaar bestaat uit acht vakken die na elkaar staan geprogrammeerd. Dat betekent dat je slechts één vak tegelijkertijd moet studeren. Op die manier maken we de overstap van het middelbare naar het universitaire onderwijs overzichtelijk.

In het tweede jaar combineer je per blok van acht weken twee vakken. Elk vak bestaat uit een wekelijks hoorcollege en een werkgroepbijeenkomst van drie uur. Tijdens je laatste jaar volg je naast je vakken ook een Bachelor Thesis Class waarin je leert hoe je zelf een klein historisch onderzoek uitvoert. Als je de Bachelor Thesis Class succesvol hebt afgerond, start je met het schrijven van je Bachelor Thesis (je eindscriptie van de bacheloropleiding).

Mentor

De opleiding Geschiedenis biedt aan haar eerstejaarsstudenten een mentorenprogramma aan. Gedurende het eerste jaar worden nieuwe studenten begeleid door tweede- en derdejaarsstudenten, zodat zij een goede start kunnen maken met hun studie. Tijdens de bijeenkomsten wordt ingezet op een soepele overgang van middelbare school of HBO naar studeren aan de universiteit (leren studeren) en het vinden van een balans tussen studieleven en studentenleven.

Groepsgrootte

In het eerste jaar krijg je elke maandag een hoorcollege met alle studenten van je jaar samen. Vervolgens verdiep je je de rest van de week in de stof tijdens drie werkgroepbijeenkomsten. Dit betekent dat je in groepjes van 25 studenten actief aan de slag gaat met de leerstof.

Tijdens het laatste blok van het eerste jaar begeleiden we je in een klein groepje van tien studenten bij het schrijven van je eerste langere werkstuk van 4.000 woorden.

Ook in het tweede jaren combineren we hoorcolleges met kleinere werkgroepen, maar je hebt nu vier uur per week hoorcollege en zes uur werkgroep. De onderzoeksseminaries in het derde jaar beperken we tot twaalf studenten om je optimaal te kunnen voorbereiden op het schrijven van je bachelorscriptie.

Taal van het onderwijs

In het eerste jaar van de bacheloropleiding zijn alle hoorcolleges in het Engels. De verplichte literatuur is eveneens in het Engels.

Dat is een bewuste keuze want de wetenschappelijke wereld is de laatste jaren enorm geglobaliseerd. Daarom kiezen we ervoor je de recentste inzichten mee te geven uit de internationale literatuur. Tijdens de werkgroepen is er in het eerste jaar echter alle ruimte om de stof te bediscussiëren in het Nederlands. Ook je papers en mondelinge presentaties zijn in het Nederlands. De vragen op het eindtentamen zijn in het Engels opgesteld, maar je mag uiteraard in het Nederlands antwoorden. Vanaf het tweede jaar worden ook de werkgroepen in het Engels gegeven, maar je papers mag je nog steeds in het Nederlands schrijven, net als de antwoorden op te tentamen (tenzij dit uitzonderlijk anders bepaald is in de studiehandleiding van het vak omdat de docent de Nederlandse taal niet machtig is).

Is dit jouw studie?

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen