Basis Nederlands
Lidwoorden: de of het?
- het argument
- het niveau
Bijvoeglijke naamwoorden.
- een hoge werkdruk
- een intensief programma
Verwijswoorden/betrekkelijk voornaamwoorden.
- De drogisterij die daar ligt, is goed.
- Dat is de faculteit die wil veranderen.
Voorzetselconstructies.
- In vergelijking met Finland holt het onderwijs hier achteruit.
- Hij schrok van de politie.
'Het' en 'er'.
- Ik vind het plezierig om hard te werken.
- Je hoeft niet te komen als je het zo naar vindt.
Werkwoordcombinaties.
- Hij hield hem in de gaten.
- De voorzitter nam het besluit.
Stijl
Woordgebruik
- Ik besef me dat het bewijs niet waterdicht is. Fout
- De argumenten van de minister zijn ondoorzichtbaar. Fout
Samentrekkingen.
- Hier zet men koffie en over. Fout
- Hij gaf me de jam en hem een pak slaag. Fout
Congruentie onderwerp en persoonsvorm.
- De media is niet te vertrouwen. Fout
- De verslaggevers werden gevraagd terughoudend te berichten. Fout
Uitdrukkingen.
- Je moet het ijzer smeden als het gloeit. Fout
- Deze acties zijn volkomen zinloos. Het is water naar de zee dragen. Goed
Woordcombinaties.
- Hij wenste een voldoende te willen scoren voor zijn tentamens. Fout
- Na de revalidatie was hij niet meer bij machte om te kunnen fietsen. Fout
Zinsstructuur.
- Vanavond heb ik vrij en ga ik me voorbereiden op de vakantie. Goed
- Deze brief, die de verdachte vorig jaar schreef, staat vol bekentenissen. Goed
Grammatica
Vervoeging werkwoorden.
- Waarom verandert je handschrift zo?
- Je beantwoordde zijn vraag niet.
Voltooid deelwoord.
- Hij is uitstekend opgeleid.
- De toestand van Berlusconi is verergerd.
Deelwoord (verleden/tegenwoordig) bijvoeglijk gebruikt.
- Hij handelde de lopende zaken af.
- De plaatsvervangend minister gaf een persconferentie.
Hen / hun / zij / ze.
- Heb je hen ook opgebeld?
- Zij zijn de studenten van de Technische Universiteit Delft.
Wie / wat / die / dat.
- De man die het team aanstuurt, heeft altijd gelijk.
- Is dit alles wat er is?
Voegwoorden.
- Ik werk veel, omdat ik van mijn werk houd.
- Mijn studie is fascinerend, met uitzondering van de keuzevakken.
Spelling
C / K.
- Is juridisch jargon een soort dialect?
- Sinds wanneer staat die vacature op de website?
Samenstellingen.
- proces-verbaal
- transplantatiegeneeskunde
Meervoud zelfstandige naamwoorden.
- Het kind heeft twee trapauto's.
- Zij houdt de financiën goed in de gaten.
Hoofdletters.
- Hij stuurde een dreigbrief naar professor Droog.
- De Tweede Kamerfractie stemt vandaag over het fractieleiderschap.
Veelgemaakte fouten.
- Het is erger dan ik verwachtte.
- Haar vader komt uit Ecuador.
Interpunctie.
- De nota wordt - in afwachting van de presentatie - pas in augustus behandeld.
- Het zou bekend moeten zijn: op onze campus wordt gebouwd!
Vergelijk @count opleiding